Dit waargebeurde verhaal gaat over een man in de jaren zestig van de vorige eeuw. Hij werkte als timmerman. Op een bijzondere dag moest hij een aantal kisten maken voor de kerk. De gemeente had kleren ingezameld en zouden in deze kisten naar weeshuizen in China verzonden worden. Op weg naar huis voelde hij in zijn borstzak om zijn bril te zoeken, maar hij kon hem niet vinden. Toen besefte hij wat er gebeurd was. De bril was natuurlijk onopgemerkt uit zijn borstzak gegleden en in één van de kratten gevallen, die hij gesloten en vastgespijkerd had. Zijn gloednieuwe bril was op weg naar China.
Het was een moeilijke tijd,
financieel gezien, en het gezin had zes kinderen. De man had een hoop geld
betaald voor die bril en hij was echt van streek door de gedachte om nu weer
een nieuwe bril te moeten kopen. "Het is niet eerlijk", zei hij
gefrustreerd tegen God toen hij naar huis reed. "Ik ben U altijd zeer
trouw geweest in het geven van mijn tijd en mijn geld om Uw werk, en nu heb ik
dit."
Maanden later was de directeur van
het weeshuis op verlof in het land waar de man woonde. Hij wilde alle kerken
die hem in China steunden bezoeken, dus kwam hij een zondag spreken bij de man
in de kleine gemeente. De zendeling begon door de mensen te bedanken voor hun
trouw in de ondersteuning van het weeshuis. "Maar het meest van al",
zei hij, "wil ik jullie bedanken voor het sturen van de bril. Weet u, de
communisten hadden net een maand ervoor het hele weeshuis ondersteboven
gehaald, ze hadden alles vernietigd, inclusief mijn bril. Ik was wanhopig.
Zelfs al had ik het geld, er was gewoon geen manier om de bril te vervangen.
Omdat ik niet goed kon zien ervoer ik hoofdpijn, elke dag. Dus mijn collega's
en ik waren er voortdurend voor aan het bidden. Toen kwamen jullie kratten.
Toen mijn personeel hen los maakten vonden ze een bril, ingeklemd tussen twee
dekens." De zendeling zweeg om zijn woorden te laten bezinken. Toen
vervolgde hij, nog steeds gegrepen door het wonder van dit alles: "Mensen,
toen ik de bril opzette, was het alsof de bril speciaal voor mij op maat
gemaakt was. Alleen voor mij! Dus wil ik jullie bedanken voor deze
levering."
De mensen in de gemeente luisterden
en waren blij voor deze wonderbaarlijke bril. Maar de zendeling moest zeker hun
kerk hebben verward met een andere, dachten ze. Er was geen bril op de lijst
van spullen die naar het buitenland werden verstuurd. Maar er was één
timmerman, die met tranen over zijn gezicht in zijn bank zat te luisteren,
realiserend dat de Meester Timmerman hem op een bijzondere manier gebruikt had.
Er zijn momenten waarin we God de
schuld geven in plaats van Hem te danken. Misschien is het iets wat we vaker
moeten proberen. Misschien heeft Hij wel een heel andere reden om iets niet te
laten lukken, of dat er iets niet gaat wat jij zou willen. Hij heeft een plan
met al onze levens...
Gedachten over de
hemel
Er is veel in mijn christelijke geloof dat ik niet volledig
begrijp. Maar toch begrijp ik genoeg om mij een liefdevol mens te maken, een
mens vol vertrouwen en rust. Wat voor mij nog een raadsel blijft, is het
menselijk lijden. Maar ook hier heb ik de genade ontvangen om mijn vragen in
Gods handen te leggen. Heeft God zelf tenslotte niet intens geleden? Wie had er
in de tijd van Jezus verwacht dat Hij op zo’n wrede manier aan het houten kruis
zou eindigen, maar dat Hij juist daardoor de deur naar God en de hemel voor ons
opende? Wie kon toen weten, op het moment dat Hij vlak voor Zijn dood naar Zijn
Vader uitschreeuwde, dat Zijn wanhoop de voorloper was van onze eeuwige
redding? -Christina Rosetti
***
Als je je soms eenzaam voelt, denk dan eens aan al die
vrienden die je nog gaat krijgen in de eeuwigheid. Denk aan die hemelse
dimensie die gaat komen na onze aardse leerschool. Daar waar je met Jezus en
Zijn ontelbare kinderen zult leven in het licht, met een nieuw en
onverwoestbaar lichaam. Denk eens aan al die mensen die je daar zult ontmoeten!
Kun je je de vreugde voorstellen van een vriendschap die nooit zal verkillen?
De blijdschap die de diepe gemeenschap met anderen, die we vandaag nog niet
eens ontmoet hebben, met zich meebrengt? Kunnen we die korte tijd waarin we
hier op aarde met eenzaamheid geconfronteerd worden niet verdragen, in de
wetenschap dat God ons aan het voorbereiden is op de eeuwigheid? Richt je tot
God. Hij kent je hart. Zoek Zijn aangezicht op momenten van diepe eenzaamheid
en vind troost en gemeenschap in de aanwezigheid van de Vader, zoals ook Jezus
zelf daar Zijn kracht vond in het uur van Zijn nood. -Henry van Dyke.
***
De sterren die uit lijken te doven als de eerste
morgenstralen het landschap verlichten, sterven toch niet af in het duister van
de nacht omdat wij ze niet meer zien? Nu straalt hun licht elders en op iemand
anders. Er zitten twee kanten aan het sterven; de aardse kant en dan is er de
hemelse kant. Hier op aarde zullen de gesloten lippen nooit meer spreken, maar
daar, in de hemel, breken diezelfde lippen uit in een lied dat nooit meer zal
ophouden. Hier op aarde zullen de zachte voeten niet langer rondlopen, maar
daar, in de hemel zullen diezelfde voeten de eeuwigheid doorkruisen.
Hier wringen we onze handen en staan de tranen in onze ogen
terwijl wij het verlies proberen te verwerken als een geliefde is heengegaan.
In de hemel is er gejuich en geklap. Geliefden zijn weer verenigd. De aardse
kant is maar zo’n klein deel van het leven. Probeer alles te zien in het
grotere en geestelijke perspectief. Vergeet nooit de hemelse kant.
***
Barmhartig is de God die in elke omstandigheid troost. (2
Korinthe 1:3 Het Boek) De God die ons in elke omstandigheid troost? Wat een
prachtige uitspraak. Wat een belofte! ‘In elke omstandigheid’ betekent echt ‘in
elke omstandigheid’. Er zijn geen uitzonderingen. Maar als wij die troost
willen moeten we besluiten om Gods woord ook daadwerkelijk te geloven. Wij
moeten er voor kiezen om de woorden van angst en twijfel die ons worden
toegefluisterd te verwerpen.‘Mijn gezicht zo onbewogen als een rots.’ (Jesaja
50:7) Je weigert je over te geven aan twijfel en ontmoediging. God heeft het
gezegd. Het is waar. Mijn geloof rust in het woord van een God die niet liegt
en mij het eeuwige leven geschonken heeft. -Hannah Withall Smith
***
Dr. J. R. Miller beschrijft een ontmoeting die hij had met
een ouderpaar toen hij met hen aan het bed van hun doodzieke zoontje zat. “Ik
praatte met hen over Gods liefde en Zijn wil voor ons en voordat ik voor hen
wilde bidden vroeg ik hen: ‘Wat wilt u dat ik God vraag om voor jullie te
doen?’ Het was even stil en toen sprak de vader diep geëmotioneerd: ‘Dat durf
ik niet te zeggen. Ik wil het liever in Gods handen leggen. Alleen God weet
waarlijk wat het beste is voor mijn zoontje en voor ons. Misschien is het beter
dat ons kind de winter van dit aardse bestaan nog niet verlaat, maar misschien
ook roept God hem naar de eeuwige hemelse lente en geeft Hij hem de kroon
zonder het lijden. Wij hebben alles gedaan in ons aardse vermogen. Nu is het woord
aan God zelf. Vraag aan God voor ons of wij Hem mogen vertrouwen in Zijn grote
wijsheid en Hij ons daar de kracht voor mag geven.
***
“Hoop? Waarop moet ik hopen?” sprak de ontredderde vrouw
verslagen. Haar man was recentelijk overleden en haar pijn was ondraaglijk.
Waar was de hoop? In de Schrift staat geschreven: “Want als wij geloven dat
Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus
ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.” (1 Tessalonicenzen 4:14) De gezichten
waar wij zo naar verlangen zullen ons weer toelachen. De stemmen van hen die
ons zo dierbaar zijn zullen weer als muziek in onze oren klinken. Onze
geliefden van weleer zullen weer bij ons zijn in ons hemels verblijf. Daar ligt
de hoop en het vertrouwen.
Bron:actiefonline
De Heer is mijn
herder
Wie kent deze Bijbelpassage nu niet? En toch is het heel
verfrissend weer eens stil te staan bij deze machtige woorden en de diepe
weldadige betekenis van deze psalm goed tot ons te laten doordringen. Het woord
‘herder’ behoeft natuurlijk nauwelijks enige uitleg. Iedereen weet wat een
herder is, maar als wij er voor het gemak even het woordenboek op naslaan
krijgen we inspirerende woorden te zien als: “Hoeder, beschermer, bewaker,
leidsman.” Alles wat onze Heer is.
Soms kennen we een Bijbelpassage zo goed dat we die bijna
achterstevoren kunnen opzeggen. Bijbelverzen die we haast kunnen dromen.
Johannes 3:16 is er ook zo een. En juist doordat wij die verzen zo goed kennen
bestaat het gevaar dat de diepe betekenis ons nauwelijks meer raakt en de ware
levende, geestelijke kracht die in zo’n passage verborgen ligt niet echt tot
ons doordringt.
Jezus zei: “Alles wat Ik u gezegd heb, is Geest en leven.”
Om de ware kracht uit een Bijbelpassage in ons op te nemen en zo profijt te
kunnen trekken van het levengevende water wordt van ons wat discipline
gevraagd. Alleen door stil en diep over Gods Woord na te denken dringt de
overweldigende waarheid van de uitspraak onze soms wat verharde harten binnen.
Zo geldt dat ook voor de woorden van Psalm 23. Stel je dat
toch eens voor; de Heer, de schepper van hemel en aarde, Hij die alles in Zijn
hand houdt, die de diepste uithoeken van het universum kent en niet door tijd
wordt beïnvloed, is de herder van jou en van mij.
Door Zijn Zoon Jezus Christus heeft God zich voor eeuwig aan
ons verbonden. Jezus, terwijl Hij de koning was, heeft er voor gekozen herder
te zijn, en zich dagelijks bezig te houden met obstinate en vaak oerdomme
schapen.
Als Jezus nu eens letterlijk naast ons zou lopen, onze hand
zou vast houden en alles wat ons bezighoudt zachtmoedig en teder met ons zou
doorspreken, waar zou onze angst dan nog zijn? Zorgen over morgen, twijfel over
ons eigen kunnen, verdriet over gisteren? Die zouden toch zeker geen enkele
kans meer hebben? Natuurlijk niet. Jezus is er toch?
Door de rust en het Godsvertrouwen die Jezus uitstraalt
zouden wij slechts vreugde ervaren, opwinding en vertrouwen. De lach zou niet
van ons gezicht zijn te slaan, want de Herder loopt naast ons. Dan zouden wij
onze vermoeide hoofden keer op keer weer op de borst leggen van Hem die ons
hart kent en begaan is met onze pijn. Maar Jezus loopt naast ons. Hij houdt
onze hand wel degelijk vast, en Hij is precies zo’n herder.
“Wat een onzin,” zegt de wereld, die kortstondig en
smakelijk lacht om zoveel onnozel, kinderlijk geloof, waarna hij hoofdschuddend
verder trekt op zijn eenzame tocht door het duister. “Zo eenvoudig kan het toch
niet zijn?” vraagt ook onze twijfel zich soms vertwijfeld af.
Maar waar de wereld doorploegt in de hoop, de
hartverscheurende ellende van een leven zonder eeuwige hoop zelf op te lossen,
wil Jezus niets liever dan ons laten zien wat voor een geweldige Herder Hij is.
“Houd moed,” zei Hij. “Ik heb de wereld overwonnen. Ik ben de goede herder, die
Zijn leven neerlegt voor het welzijn van de schapen.”
Wereldse herders kunnen dat niet. Als puntje bij paaltje
komt, besluiten die telkens weer dat het beter is om de schapen neer te leggen
voor de herder. Maar de goede herder is er wel. Durf te geloven dat Jezus
werkelijk die herder is die Hij zegt te zijn. Neem de tijd voor een gesprek met
Hem en luister stil naar Zijn zachte, liefdevolle stem. Telkens weer is Zijn
boodschap voor een ieder die Hem op zo’n manier eert en benadert hetzelfde: “Ik
houd van je.”
Bron:actiefonline
Intocht van de Koning
De intocht van Koning Jezus in Jeruzalem is in het evangelie
zó belangrijk! dat alle vier de evangelieschrijvers hem beschrijven. Het was
een wonderlijke situatie: daar kwam de Vredevorst zijn stad binnen. Maar wat
moet Hij eenzaam geweest zijn, midden tussen de menigte. Midden tussen
nieuwsgierige kijkers, blij verraste discipelen en jaloerse Farizeeën wist
Jezus: Ik kom hier niet om eer te krijgen, maar om te lijden en te sterven.
Gods heerlijkheid
in de tempel
In heel deze geschiedenis van Johannes 12 moeten we er eens
op letten, hoe hier van a tot z de profetieën uit het Oude Testament vervuld
worden. Dan verstaan we er de rijkdom pas ten volle van. Ik breng u eerst het
tempelvisioen van Ezechiël 40-48 in herinnering. Midden in de ballingschap,
toen alles voor Gods volk en Gods tempel voorbij leek te zijn, kreeg Ezechiël
zicht op de dagen van herstel. Lag alles nu in puin? Er zou een nieuwe tempel
komen, zo heerlijk als in geen mensenhart was opgekomen. Leek de HERE nu zijn
volk vergeten te hebben? Hij zou naar hen omzien als nooit tevoren! "En
zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit oostelijke richting... en de
heerlijkheid des HEREN ging het huis binnen door de poort, die naar het oosten
gericht was" ,zo lezen we in Ezechiël 43:2 en 4. Daarna werd het nog
groter: de heerlijkheid des HEREN vervulde
het huis, en een stem klonk: dit is de plaats van mijn troon, waar Ik
wonen zal onder de Israëlieten tot in eeuwigheid (vers. 7). En wanneer is dat nu
uitgekomen? Of moet dat nog gebeuren? Sommigen menen, dat er nog een tempel van
steen moet komen, naar Ezechiëls visioen. Dat Gods' heerlijkheid dan door de
poort zal binnenkomen. En wacht maar eens af, dán zul je de heerlijkheid van
Israëls" Koning zien!
Maar kijkt u nu eens in Johannes 12. Uit oostelijke richting
(daar lag Bethanië) kwam de Heere Jezus, door de Oostpoort de stad en de tempel
binnen. Hij was zojuist gezalfd met mirre als een Koning (Joh. 12:3), zoals
eenmaal de wijzen uit het oosten de geboren Koning der Joden zalfden. Hij is
ontvangen en ingehaald als de Koning. Zo stond Hij daar in de tempel, de Zoon
van God die heel de tempeldienst vervullen zou. En in Hem, in Jezus Christus,
zou nu de heerlijkheid van Israëls God het huis vervullen.
Heerlijkheid aan het
kruis
Ja maar, denkt u misschien, dit was toch Jezus’ komst in vernedering? Hij ging toch sterven, en
nog niet "heersen tot in eeuwigheid", en nog niet oordelen en
richten? Hoor, wat Jezus zèlf zegt.' Als enkele Grieken Jezus willen zien, dan
zegt Jezus: "De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen moet verheerlijkt worden" (vs. ,23). Uit
het verband blijkt, dat Christus daar zijn kruisdood mee bedoelt. Zijn
verheerlijking, de heerlijkheid des HEREN, zal zichtbaar worden ...aan het
kruis! Daar vervulde ,Hij de hele tempeldienst, met al zijn offers en
ceremoniën. Daar vervulde Hij de profetie van Ezechiël. Voor eeuwig zou Gods
tempel te Jeruzalem staan, en zijn troon opgericht. Israël was niet vergeten,
maar het was door God tot het centrum van de hele wereld gemaakt.
Nu zochten de volken der wereld "de wortel van
Isaï" en van Sion uit zou het heil naar de heidenen stromen. Wat velen vandaag
niet erkennen, zagen zelfs de Farizeeën op die dag: "Zie, de gehele wereld loopt Hem na" (vs. 19).
Uw koning komt
Zijn alle profetieën dan létterlijk uitgekomen bij Jezus'
komst? Wel, daar is iets merkwaardigs mee. Kijkt u maar naar de tweede profetie,
die bij Jezus' intocht vervuld werd. Namelijk die van Zacharia 9:9: “Wees niet
bevreesd, dochter Sions, zie, uw Koning komt, gezeten op het veulen van een
ezel" (Joh. 12:15). Dat rijden op een ezelsveulen, dat heeft Jezus
inderdaad letterlijk vervuld, als een teken.
Maar Johannes zegt er eerlijk bij, dat de discipelen dat pas
achteraf begrepen hebben. En weet u waarom'! Omdat er zoveel kanten aan de
profetie zaten, waarvan' het net leek of die in Jezus juist niet vervuld
werden. Namelijk, dat Hij Jeruzalem en Efraïm van de vijandelijke wapens zou
zuiveren.
Ja, zeg maar dat Hij zijn gericht ten uitvoer zou brengen.
En wat zag je daarvan?' U weet toch, dat dat dé grote aanstoot is geweest voor
de mensen in Jezus' tijd? De Romeinen heersten nog, de verdrukker was er nog
altijd. Ja, en toch was Jezus ook de Richter, de Koning die het oordeel
uitsprak. Hoort u maar opnieuw Johannes 12, waar Jezus in het zicht van het
lijden zegt: "NU gaat er een
oordeel over deze wereld" (12:31). Een oordeel, allereerst omdat de satan,
de gróte vijand van Israël buitengeworpen werd. En verder een oordeel over
allen, die de duisternis liever zouden hebben dan het licht. Met dat oordeel is
Hij nu nog bezig, tot 'aan zijn wederkomst. Ja, het is zo anders dan de mensen
dachten. Het is misschien zelfs' anders dan wij gedacht zouden hebben bij het
lezen van de profetie. Want het leek veel meer over een wereldlijk gericht te
gaan, met wereldlijke eer voor Israël.
Maar daar zei Jezus nu over tegen Johannes de Doper:
"Zalig, 'wie aan Mij geen aanstoot neemt". De discipelen hebben later
begrepen wat er aan de hand was, daar bij de Oostpoort van Jeruzalem. Wij mogen
het nu ook zien: Israëls eer is gekomen in Jezus Christus, die ook onze Heiland
is. Zo heeft Hij de profetie vervuld. Hij, die Jeruzalem als Koning binnenging
om de Heerlijkheid des Heren te tonen in zijn lijden. Hij die nu op de troon
gezeten is aan Gods rechterhand.
Onze verwachting moet maar steeds gericht zijn op één ding:
Hij komt! Hij komt nog eenmaal, om al Gods woorden volkomen waar te maken.
W. Smouter
http://www.opbouwonline.nl/artikel.php?id=10837
En zie, Ik ben met
u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.
Mattheüs 28:20
Kunnen we daar 'amen' op zeggen? Weten we zeker dat Hij
ons draagt, elke dag? Niet een poosje wel en een poosje niet, nee, alle dagen?
Aan Hem ligt het niet, Hij heeft beloofd: op Mij mag je rekenen, al de dagen!
Wat een prachtige woorden in het evangelie van Mattheüs.
Die woorden zijn net als vleugels die uitgespreid zijn boven de mensen die van
Hem getuigen. Onder die vleugels vinden ze bescherming en veiligheid in
moeilijke tijden. En die komen er in het
leven van iedere mens. Hij zegt: Vergeet het niet bij al het werk dat jullie voor
Mij doen: ik ben er bij.
Immanuël betekent: God met ons. Maar als de Here Jezus
terug komt is het: wij met Hem, voor altijd. Dat is nog beter.
Maar ja, zijn we wel geschikt om een getuige van Hem te
zijn? Kijk eens hoe het ging in het
begin, boeren en vissers. Petrus die
faalde bij het vuur in de voorhof… hij
krijgt een nieuw vuur, een nieuwe opdracht: weid Mijn schapen. Als zij er niet
geweest waren, wie zouden het goede nieuws dan verteld hebben? Zij waren echte
getuigen, zij waren erbij geweest. En wij, die in Hem geloven, mogen de fakkel
brandend houden tot Hij komt!
Zeg niet als
Petrus: ik ken Hem niet,
merk op hoe Hij in
liefde naar u ziet,
hoe Hij Zijn leven
ons aanbiedt.
Bron: Geborgen in Zijn hand
De boer
Ik heb vandaag toegezien toen een boer zijn land ploegde.
Het malse groen van het veld en de verdorde wingerd die reeds vrucht gedragen had en de tere scheutjes die te laat waren opgekomen allemaal vielen onder de onverbiddelijke kouters van de tractor.
Hoe kaal en donker zag het veld er toen uit. Er was
alleen nog één strook groen overgebleven.
Maar de tractor reed ook daar op af en meedogenloos werd
de grond omgewoeld.
Alleen zwarte aarde bleef over, omgewoeld opengereten.
Gekerfde, gekneusde grond.
Ik dacht er aan hoe diezelfde aarde de planten die haar
toevertrouwd waren geweest, zorgvuldig had gevoed. Onzelfzuchtig had ze al haar
krachten afgegeven en de boer een rijke oogst bezorgd.
En nu ze alles had opgeofferd, nu moest ze de
onbarmhartige geest van de ploeg verduren.
En toch, in dat open gebroken veld lag het geheim van de
volgende oogst.
Braambessen kunt u plukken in de weiden en kettinkjes van madeliefjes kunt u rijgen waar het gras op onberoerde, harde grond groeit.
Maar de oogst het volle voedzame koren komt van de aarde,die de kouters van de ploeg heeft gevoeld.
Ik zag het aan en vroeg mezelf af.
"Is het leven alle pijn en verdriet waard?".
En ik moest daarop bevestigend antwoorden.
Het lijden heeft waarde voor het heden en voor de
toekomst voor vandaag en voor de eeuwigheid.
De Man van Smarten, met de doornenkroon op het hoofd en de doornagelde handen had Zich overgegeven om te lijden en om die reden bezit ik nu het eeuwige leven.
Toen ik hieraan dacht bad ik: "Heer, hier ben ik, ga
Uw gang". Want ik weet dat Zijn liefde ver boven alle liefde uitgaat en
dat Hij niet zal toelaten dat wij zonder noodzaak pijn moeten verduren.
0 Heilige Geest, laat Uw ploeg maar gaan over de akker
van mijn leven.
Er is nog zoveel van mezelf dat begraven en zoveel van U
dat gezaaid moet worden.
D. M. Stewart
Bent u wedergeboren?
De Here Jezus heeft eens gezegd: ”Verwonder u niet, dat Ik u
gezegd hebt: Gijlieden moet wederom geboren worden”(Joh.3:7).
De vraag die ik nu aan u stel is: Bent u wedergeboren? U
luistert misschien heel geregeld naar deze radioboodschappen, u leest misschien
uw Bijbel, gaat naar de kerk en bidt. Maar bent u wedergeboren?
Er waren mensen in Laodicea waarvan u kunt lezen in Openbaringen
3, die aardig religieus waren. Als je ze vroeg, ”Hoe gaat het geestelijk met
je? ”dan zeiden ze: “We zijn rijk, heel rijk en we hebben aan geen ding gebrek”.
Maar er ontbrak een heel belangrijk ding bij hen. Dat was, dat de Here Jezus
buiten de deur van hun hart stond, en daarom klopte Hij aan hun hart. Hij zei:
Als je de deur open doet, dan kom Ik binnen en dan kom Ik bij je wonen.
Kijk, als u nog niet wedergeboren bent, dan is dat eigenlijk
het antwoord om wedergeboren te worden. Is het zo eenvoudig? Ja, want als Jezus
in uw hart komt, dan doet Hij dat wonder, dat u geboren wordt in de familie van
God. Jezus zegt, ”Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom
geboren worden”. Dit is een moeten, dit is een weg die u moet gaan. Jazeker,
het wonder van de wedergeboorte doe Ik, maar jullie moeten komen – u moet
komen. Zou u dat willen? Als dat zo is, wat moet u dan doen? Jezus klopt en nu
moet u Hem binnenlaten. Wat gebeurt er als Jezus in uw hart Komt? Dan ziet Hij
uw zonden; en u ziet ze ineens ook heel duidelijk, dat kan niet anders.
Maar dan is het heerlijke, dat u weet wat u met uw zonden
moet doen – dan gaat u uw zonden belijden. “Indien wij onze zonden belijden,
Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen
van alle ongerechtigheid”(1 Joh. 1:9). Het bloed van Jezus maakt ons rein. Dan
gaat Jezus in uw hart aan het werk, dan gaat Hij de zonden die u Hem belijdt
rein maken. Is dat alles wat uw zonden betreft? Nee, het is niet alleen een
belijden, het is ook: u er vanaf keren. Maar nu staat u niet meer alleen, nu gaat
u die strijd tegen de zonden samen met Jezus dragen.
Zelf kunt u het niet, maar Hij kan het wel. Hij geeft zijn
Heilige Geest in uw hart, en die brengt mee de vrucht des Geestes (Gal. 5:22):
Liefde, vrede, goedheid, zelfbeheersing, vriendelijkheid… De Bijbel wordt dan
ineens zo heel anders, dan wordt het een liefdesbrief van God. Als u Jezus
vraagt om in uw hart te komen dan komt Hij, en zijn Geest getuigt met uw geest
dat u een kind van God bent. Dan gaat u de Bijbel in zover begrijpen dat het u
geweldig gelukkig maakt, omdat u het antwoord ziet op uw problemen, de grootste
problemen die u hebt in uw leven.
Iedereen heeft minstens twee grote problemen, en dat is het
probleem van de zonde en van de dood. En die worden beantwoord. Kijk, aan het
kruis heeft Jezus de zonden gedragen van de hele wereld; ook uw zonden. Daar
heeft Hij alles volbracht. Hij heeft ontzettend geleden, vreselijke pijn gehad,
maar dat wilde Hij uit liefde om voor uw en mijn zonden te boeten.
Maar we worden ook sterk in de strijd tegen onze zonden. U
bent verlost en u bent ook overwinnend over uw zonden met Jezus. Dat komen tot
Jezus is een begin. De geboorte van een kindje is een begin, en de
wedergeboorte is ook een begin. Het is het begin van leven tot eer van God – een
overwinnend leven, een leven sterk door de verlossing en de hulp en de
nabijheid van de Here Jezus.
Bent u wedergeboren? Bent u het niet? Kom dan tot Jezus! Wat
moet u doen? Heel eenvoudig tot Hem spreken. Hij heeft geklopt aan de deur van
uw hart en u hebt het gehoord vandaag; en nu wacht Hij. De Here Jezus is een “gentleman”;
Hij forceert de deur van uw hart niet. U moet hem opendoen, en als u echt zegt
zodat u het meent, “Ja, Here Jezus”, dan komt Hij binnen. En dan staat er in
Johannes 1:12., “Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht
gegeven om kinderen Gods te worden”. Dan bent U een kind van God. Wilt u het doen?
Laten we samen bidden. “Heer Jezus, wilt U de weg vrijmaken
van haar, van hem, die nu een besluit voor u wil nemen. Wilt u alle tegenstand,
alle twijfel, alle “ja maars” wegnemen, en ook alle duivels en demonen, want
die willen niet dat ze het doen; maar ik dank U dat U die weg wilt sturen.
Maakt U de weg klaar tussen U en haar en hem. Dank U, Heer, dank U.”
Nu zijn we even stil, en geeft u aan de Here uw antwoord…
“Dank U, dat hij of zij nu kan zeggen: Ja, Heer Jezus, kom
in mijn hart, maak mij een kind van God, doe dat grote wonder in mij dat ik
geboren word in uw familie. Dank U wel, Here Jezus. Amen.”
Nu moet U zelf nog langer gaan spreken met de Here. U hoort
bij Hem, Hij hoort alles wat u zegt en Hij heeft u zo lief!
Bron: Een Boodschap van Overvloed
Radiotoespraken van Corrie ten Boom
Midden op het plein staat een kerkje. Het heeft naast de
ingang drie gebrandschilderde ramen. In het ene is een kruis zichtbaar, in het
tweede een anker en in het derde een hart: de symbolen voor geloof, hoop en
liefde. Van binnenuit zijn overdag de symbolen duidelijk te zien in de volgorde
geloof, hoop en liefde. Van buitenaf zie je echter het duidelijkst als het
donker is en de kroonlampen branden. Maar dan zie je nog iets: de volgorde is
omgekeerd. Om binnen te komen zie je eerst het hart van de liefde, dan het
anker van de hoop en tenslotte het kruis van het geloof. Voor de levende
gemeente die binnen is , behoort de volgorde te zijn, geloof, hoop en liefde.
Er kan immers geen sprake zijn van hoop en liefde zonder het geloof als een
gave van de heilige geest. Maar zij die buiten zijn kijken daar anders
tegenaan. Zij willen eerst zien dat er onderlinge liefde is bij hen die zeggen
dat zij Christen zijn. Pas dan wil hij of zij wel eens praten over de toekomst,
over de hoop, voordat men wenst te komen tot het geloof. Dat geeft een
geweldige verantwoordelijkheid aan hen die binnen de gemeente zijn: hoe is het
met de liefde en de hoop? Straalt de gemeente, stralen wij iets uit van de
liefde? De gemeente van Korinthe werd verdeeld door onderlinge twist en
groepsvorming. Paulus schrijft daar hartstochtelijk tegenin over het enige dat
telt; Geloof, hoop en liefde, maar de meeste van die is De Liefde.
De Winnende
opdracht
De studenten van een kunstklas hadden op het schoolplein
een discussie. Aan het einde van het kwartaal zouden ze examen moeten doen en
iedereen moest een kunstwerk inleveren. Ze hadden een aantal ontwerpen op
gekregen, en een ervan was ‘vrede’.
‘Daar kun je wel wat mee,’ zei de een . ‘Een mooi
zeegezicht … de ochtend die aanbreekt …
een zonsondergang.’
‘Maar dat is ook niet erg origineel!’ zei een ander. ‘Een
beeld van de nacht zou beter zijn, maar dat is heel moeilijk te maken.’
‘Wat denken jullie van een oude man die kijkt naar het
werk dat hij gedaan heeft? O, maar voor de uitdrukking op zijn gezicht moet ik
wel beter kunnen tekenen. Nee, dat is het ook niet.’
‘Misschien een afbeelding van een dier? Een kat, opgerold
in de zonneschijn, maar hoe teken je het spinnen van een poes?’
‘Je kunt het abstract maken. Kleuren die mooi bij elkaar
passen.’
‘Er zijn misschien wel heel wat mogelijkheden, maar ik
denk dat ik toch maar een ander onderwerp kies.’
De examinator zocht alle opdrachten op onderwerp bij
elkaar. Een aantal studenten hadden het onderwerp ‘vrede’ geprobeerd uit te
beelden. Hij vond er niet veel aan.
Hij zuchtte en pakte een ander kunstwerk. Hij stopte
abrupt. Had hij een fout gemaakt? Hoe kon dit wilde, bewegende landschap de
titel ‘vrede’ hebben?
Hij keek er nog eens naar en toen begreep hij het .
De kunstenares had een storm op zee geschilderd. Ze was
erin geslaagd om voorbijsnellende wolken
en rollende golven, die schuimend op een stampend schip kapot sloegen, weer te
geven. Achter op het schip zag je een paar ruw geschetste figuren. Maar dit
meisje kon tekenen. De houding van de figuren liet angst zien en sommige
gezichten waren in wanhoop naar de lucht
gekeerd.
Maar op het achtersteven van het schip stond een grotere
figuur die tot in het kleinste detail was weergegeven. Een man stond stijf
tegen een hut deur aangedrukt, een beetje beschermend tegen de wind. Hij keek
naar het kind dat hij stevig tegen zijn schouder aan hield. In het kleine
opgeheven gezicht van het kind was geen spoor van angst of zorg. Er mocht dan
storm om hem heen zijn, hij sliep in de armen van zijn vader.
De vrede die de wereld geeft, is afhankelijk van een
blauwe lucht, een veilige omgeving, geen strijd onrust of zorg. Maar de vrede
die Jezus geeft, tilt je door de storm heen. Je kent vrede Als je weet dat Hij
alles in zijn handen heeft, in welke situatie dan ook.
Ik ben met u, alle
dagen. Mattheüs 28:20
Lezen: Psalmen 118:14-23
Jezus is met ons vandaag, morgen, overmorgen, elke dag,
alle dagen.
Wij zijn vaak bang en bezorgd. De machten, die de wereld
en het leven beheersen, zijn sterk, soms oppermachtig. Wij kunnen er niet
tegenop. Wie niet werelds wil strijden, wordt weggedrukt en zo nodig
weggetrapt.
Boven het rumoer van alle wereldse machten horen wij de
stem van de Heer: “Ik ben met u, alle dagen , tot aan de voleinding der
wereld”.
Wij hoeven niet bang en bezorgd te zijn. Bang moeten wij
zijn, wanneer wij ons leven leven op wereldse wijze. Wanneer wij ons vertrouwen
aan Christus schenken en geloven in de komst van zijn Rijk, levend uit zijn
belofte: “Ik ben met u alle dagen” , hoeven we niet bevreesd te zijn.
Waarom zouden we?
Het ergste, dat gebeuren kan, is dat het werk ons uit
handen wordt geslagen en de wereldse machten het winnen. Maar ook dan zijn we
niet alleen, al zal het één van de moeilijkste dagen van ons leven zijn. Ook
dan mislukt ons werk niet en winnen de wereldse machten het niet.
Jezus is alle dagen met ons en ook op de donkerste en
moeilijkste dag van ons leven is hem alle macht op aarde gegeven. Hij is met
ons totdat zijn Rijk komt: de voleinding der wereld.
J.J. Buskes
In deze presentatie spreekt Stephen Bohr over het dienstwerk van Jezus in het kamp, voordat Hij naar de voorhof ging om te sterven. Er worden 7 redenen gegeven waarom het nodig was dat Jezus een mens werd. Onder andere: Zodat Jezus kon onthullen hoe God werkelijk is; zodat Jezus voor onze zonden kon sterven; zodat wij konden weten dat Hij met ons meevoelt; zodat Hij verzocht kon worden om degenen die verzocht worden te helpen; zodat Hij door de macht van de Heilige Geest een volmaakt rechtvaardig menselijk leven kon ontwikkelen dat Hij aan ons kon toerekenen; zodat Hij als een meevoelende en onpartijdige Rechter kan optreden. De menselijkheid van Christus is alles voor ons.
Dodenherdenking
Ik ben verzekerd
dat niets ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods.
Romeinen 8:39
Lezen: Romeinen 8:31-39
In 1941 zat ik in Rotterdam gevangen. In vijf cellen
naast mijn cel zaten vijf door de nazi’s ter dood veroordeelden. Ze hadden een
Engelse piloot geholpen. Een bewaker – nog een goeie – liet ’s avonds laat zes
celdeuren open, zodat ik naar deze vijf toe kon gaan.
De jongste was Bastiaan Barendregt. Enkele dagen voordat
hij gefusilleerd werd, las ik met hem het slot van Romeinen 8. Hij mocht nog
een brief naar huis schrijven. Hij schreef: “Lieve Vader en Moeder. Voordat u
deze brief leest, moet u Romeinen 8:31-39 lezen”. Dan gaat hij verder: ”Als u
deze brief leest, ben ik er niet meer, maar u moet weten, dat als ik tegen de
muur sta, deze woorden zullen leven in mijn hart. Ik dank u voor alles. Mijn
konijnen zijn voor zus. Laat ze goed voor ze zorgen”.
Op 19 september werd Bastiaan Barendregt gefusilleerd. Op
zijn verjaardag. Hij werd op die dag tweeëntwintig.
Jezus Christus is ter wille van de aarde ten hemel
gevaren en zit voor ons aan Gods rechterhand. Onmenselijke macht behoort niet
tot de goddelijke orde. En wat is de toekomst der mensheid waard, als de zorg
voor de konijnen er niet meer in thuis hoort?
Dodenherdenking sluit in, dat wij ons oefenen in geloof
en menselijkheid, gelovend, dat Christus aan Gods rechterhand voor ons bidt en
niets ons kan scheiden van Gods liefde. Als God voor ons is, wie zal tegen ons
zijn?
Uit: Brood voor het Hart
Door: J.J. Buskes
Het Onze Vader
Bidt gij aldus. . .
Mattheüs 6:9 Lezen:
Mattheüs 6:9-13
Het is 3 mei. Morgen is het dodenherdenking.
Lex Althoff was 38 toen hij door de nazi’s vanwege zijn
verzetswerk werd gefusilleerd.
Hij was van kerk en geloof vervreemd. In de gevangenis
hield hij een dagboek bij. Die honderd dagen zijn voor hem beslissend geweest.
Hij zocht naar houvast, maar zijn intellect stond ontvankelijkheid voor de
Heiland van zijn jeugd in de weg, totdat. . .
“30 mei. 100ste dag. 12 uur. Wellicht de
gelukkigste dag van mijn leven. In deze 8 dagen van nieuwe eenzaamheid, de
laatste termijn van de 100 dagen, die ik mij gesteld had, ben ik herboren met
Gods hulp. Ik kan nu alle dingen dragen en ben voorgoed verlost van angst. Ik
ben bereid te sterven, welgemoed, en bereid te leven, welgemoed”.
Met nadruk zegt hij, dat dit niet “door nood en ellende
een beetje godsdienstwaanzin” is, maar “door de hulp van buiten een niet meer
te schokken Godsvertrouwen”.
Als testament voor zijn dochtertje schreef hij de
woorden: “Ik heb honderdmaal liever dat mijn dochtertje het Onze Vader leert
bidden dan dat zij wat ter wereld ook bereikt”.
Hier valt niets aan toe te voegen.
Alleen dit: Jezus zegt: gij dan bidt aldus. . . Onze Vader.
. .
Uit: Brood voor het Hart
Door: J.J. Buskes
Christus in de
hele Bijbel
Hij is de
grotere Izaak, de geliefde Zoon van de Vader Die als offer gebracht werd, maar
Die niet door de dood kon worden vastgehouden.
Hij is de
grotere Jakob, de behoedzame herder, Die Zijn kudde met grote zorgzaamheid
leidt.
Hij is de
grotere Jozef, Die Zich niet voor Zijn broeders schaamt, hoe gering en ellendig
ze ook mogen zijn.
Hij is de
grotere Melchizedek, omdat Hij als priester een volmaakt en eeuwig geldend
offer bracht.
Hij is de
grotere Mozes, want Zijn wet is door Gods Geest op de tafelen van vlees van ons
hart geschreven.
Hij is de
grotere Jozua, en leidt ons met Zijn oneindige trouw naar het Beloofde Land.
Hij is de
grotere David, en alle tegenstanders zullen zich aan Hem onderwerpen.
Hij is de
grotere Salomo, vol wijsheid en heerlijkheid regeert Hij een eeuwig vrederijk.
Hij is de
grotere Simson, en heeft door Zijn dood al Zijn vijanden overwonnen.
Christus is het Die we in de Heilige Schrift moeten
zoeken om Hem waarachtig te kennen en met Hem de oneindige rijkdommen die ons
door het geloof ten deel vallen. Wie zorgvuldig de Schriften bestudeert,
beginnend bij de wet van Mozes tot de profeten, zal geen enkel woord vinden dat
niet naar Hem verwijst. Daarom was het voor de apostel Paulus belangrijk >>niets
anders te weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd<<.
Johannes Calvijn
Kerst
Het is zo gemakkelijk
gezegd.
Het zijn vijf letters.
Het roept sfeer op.
Het roept eenzaamheid op.
Het roept actie op.
Het is een woord met vele accepten.
Het is voor iedereen weer anders.
Maar wat is Kerst voor mij?
Een religie of toch meer?
K van kerst is
komen, want Hij Jezus Christus kwam voor mij als kind zo klein.
E van engelen
die waren daar bij, brachten verwachtingen voor jou en mij.
R van rust en
vertrouwen, daar kan ik op bouwen.
S van stilte in
de stormen van mijn leven.
T is troost en
tastbaar voor mij geworden, in dit leven.
Niet als een kind is Hij voor mij
gebleven.
Niet als een gekruisigde die in dood is
gebleven.
Maar als de opgestane Heer en Koning.
Die voor mij bid en pleit bij de Vader
in de hemel.
Mij een plaats bereid voor in de
Eeuwigheid.
Dat is Kerst voor mij.
Ben je op zoek naar een mooi kerstverhaal?
Kijk dan eens op de groep, Christelijke verhalen. http://mijnvriendenenik.com/site/groups/10
Veel leesplezier, Siska
Een naam vol
vreugde: God, Die met ons is,
Die naast je loopt;
Hij Die Zich wil ontfermen,
al ga je door een
dal vol duisternis,
Hij is erbij: Zijn
arm zal je beschermen.
Immanuël: een naam
vol warmte en licht,
een grote God, Die
een klein mens kan wezen,
Die al zijn liefde
op ons heeft gericht
om ons geschonden
leven te genezen.
Immanuël: Hij is
ons zeer nabij,
een mens als wij,
Die onder ons wil wonen
en Zoon van God.
Wie kan er, zoals Hij,
het beeld des
Vaders beter aan ons tonen?
In Betlehem is ’t
englenlied gehoord
dat zong van vrede,
vreugde, welbehagen;
en nog weerklinkt
dit lied in Jezus’ woord:
‘Vrees niet! Zie ik
ben met u, alle dagen!’
Nel Benschop
Op de grens van
licht en duister tussen zorgen en verdriet,
Kwam Hij zonder
glans en Luister, met een ster in het verschiet.
Troost en liefde
van de Vader, kwamen tot ons in een kind.
En geen mens staat
ons ooit nader, dan de Zoon door God bemint.
Steeds weer tussen
licht en duister, horen mensen groot en klein.
Door de wind het
zacht gefluister, ook voor jou zal ik er zijn!
Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt, zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.
Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht
dat U Mij gegeven hebt om te doen. En nu
verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat
voordat de wereld er was. Ik heb Uw Naam
geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U
en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen. Nu hebben
zij erkend dat alles wat U Mij gegeven hebt, bij U vandaan komt.
Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven,
en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U
uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt. Ik bid voor hen. Ik
bid niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij gegeven hebt, want zij zijn
van U. En al wat van Mij is, is van U, en wat van U is, is van Mij; en Ik ben
in hen verheerlijkt. En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de
wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt
in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij.
Toen Ik met hen in de
wereld was, bewaarde Ik hen in Uw Naam. Hen die U Mij gegeven hebt, heb Ik
bewaard en niemand uit hen is verloren gegaan dan de zoon van het verderf,
opdat de Schrift vervuld wordt. Maar nu kom Ik naar U toe en spreek dit in de
wereld, opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben.
Ik heb hun Uw woord gegeven, en de wereld heeft hen gehaat,
omdat zij niet van de wereld zijn, zoals Ik niet van de wereld ben.
Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen
bewaart voor de boze. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld
ben. Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Zoals U Mij in de
wereld gezonden hebt, heb ook Ik hen in de wereld gezonden. En Ik heilig
Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd zijn in de waarheid. En Ik bid niet
alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven,
opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook
zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden
hebt. En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij
één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één
zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt,
zoals U Mij hebt liefgehad. Vader, Ik
wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij
Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór
de grondlegging van de wereld. Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet
gekend, maar Ik heb U gekend, en dezen hebben erkend dat U Mij gezonden hebt.
En Ik heb hun Uw Naam bekendgemaakt, en zal die
bekendmaken, opdat de liefde waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen is, en Ik in
hen. Johannes 17
De wet en de Profeten door Jezus in Mattheüs 22:37-39
samengevat.
U zult de Heere, uw
God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
Dit is het eerste
en het grote gebod.
En het tweede,
hieraan gelijk, is: U zult uw naaste
liefhebben als uzelf.
De liefde
Al sprak ik de talen
van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer
zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en
doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat
bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik
voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar
trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen
afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat
zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt
vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze,
in alles volhardt ze.
De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen,
klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons
profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen.
Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind,
redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter
me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in
oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals
ik zelf gekend ben. Ons resten geloof,
hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
1 Korintiërs 13
In het Bijbelsdagboek
die ik lees, staat deze week Klaagliederen centraal van Jeremia. Vanmorgen las
ik deze mooie overdenking. Gods liefde en trouw word hier zo mooi in beschreven.
Laten wij op Hem blijven hopen, ook in de stormen van ons leven, Siska
Nochtans
De Heere is mijn
Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. Klaagliederen 3:24
Tot nu toe zongen de klaagzangen alleen maar in mineur.
En neerslachtig vraag je je af: Ís er geen enkel straaltje licht?
Onze dagtekst is een venster van hoop. In het donkere
huis van ellende, waarin de dichter ronddoolt als in een gevangenis, is er
plotseling een venster. Het biedt een hoopvol uitzicht. Het biedt uitzicht op
God, die Heere is in onverbrekelijke trouw en genade.
Zelf in het bitterste uur zijn er van die trouw en genade
de onmiskenbare tekenen. De dichter is er nog, het volk is er nog. Dat vindt
toch alleen maar zijn grond in de goedertierenheden des Heeren.
Ze hadden zich een volslagen vernietiging waardig
gemaakt. Toch is die niet gekomen. En de dichter kan alleen maar belijden: ‘Het
zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn’. Door alles
heen is de Heere trouw gebleven aan zijn woord, aan zijn verbond. Zo kan de
dichter er zelf nog troost in vinden, dat de Heere zijn Deel is. Van Gods kant
staat dat immers onomstotelijk vast. En wat is dat groot. Bij de in tocht in
Kanaän had iedere stam, uitgezonderd die van Levi, zijn deel gekregen. Daarvan
mocht je leven, daarin vond je je bestaan. Nu was dat deel verloren gegaan. De
heidenen waren gekomen en hadden stout het erfland in genomen. Het volk was
bedreigd tot in haar bestaansvoorwaarden. Hoe kon het nog leven?
Midden in deze onmogelijkheden klinkt de geweldige
belijdenis: ‘De Heere is mijn Deel’. Hij zal voor mij, voor ons zorgen. We
vinden onze bestaansgrond in Hem. We mogen van Hem leven. Hij is oneindig veel
meer dan enig stuk land. Daarom hopen wij op Hem.
Als u er soms geen gat meer in inziet. Het liep allemaal
zo anders. U verloor zoveel van wat u zekerheid en rust gaf. U denkt misschien wel
alles kwijt te zijn. We mogen wijzen op de Heere. Hij wil ons Deel zijn. Onze
enige Troost in leven en in sterven. Christus had tenslotte geen deel meer over. Alles gaf Hij eraan. Zelfs zijn
deel in God. Zo hing Hij arm en berooid aan het kruis. Daar is God het erfdeel
geworden voor allen die Hem verwachten.
Lezen: Klaagl.
3:21-32
Zingen: Ps.42:5
Bron: Gods weg met de mensen.
Drs. M.
van Campen
Kasten vol Liefde.
Je hoeft je huis niet op te poetsen
als je de deur voor Jezus open zet
Hij heeft ieder hoekje gezien
en kent elke verborgen plek.
Laat Hem maar rustig binnen
Al is je huis in slechte staat
Jezus helpt je om het op te knappen
Hij weet hoe het worden gaat.
Van de kelder tot de zolder
kamer, keuken, in iedere kast
weet God wat er is verborgen
Hij ziet zelfs het stof onder de mat.
Als Jezus bij je binnen mag komen
gaat Hij samen met jou aan de slag
kast voor kast en kamer voor kamer
en alleen als het voor jou mag.
Niets zal Hij zo maar openbreken
met geweld of grof geschut
geen enkele deur zal Hij forceren
Hij vult je huis met Liefde, vrede en rust.
Soms moet je huis worden afgebroken
tot de grond toe gelijk gemaakt
met een nieuw fundament van Jezus Christus
weet je dat je huis stevig staat.
Zo bouw je samen aan een prachtige villa
ontstaan door genade, puur en echt
met kasten vol Liefde om uit te delen
aan ieder mens op jouw levensweg.
Auteur: Onbekend.
Kent u ’t wonder van het leven
dat in een kastanje zit?
Alles is er in aanwezig,
in die éne bruine pit;
Wortels, bladeren, takken,
en een hele dikke stam.
Ja, dat is niet te bevatten,
’t is compleet een cryptogram.
’t Zal alleen nog jaren duren,
voordat er en boom ontstaat.
Die naast bladeren, takken en een dikke stam,
ook weer vruchten geven gaat.
Ja, zo is het christen leven,
ook daar zit een ’zaadje’ in
evenals bij die kastanje,
is dit slechts een begin.
‘t Zaad der ’liefde’ is aanwezig,
Als u Jezus hebt aanvaard.
Maar dat nietig beginsel,
moet nog groeien uiteraard.
Laat de Heer in u regeren,
opdat niet het zaad verdort…
’t Doel van ieder christenleven
is dat Hij verheerlijkt wordt!
Annie de Neef- Top