Gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel
Wat zouden wij hier uit kunnen leren? Er wordt gezaaid op allerhande plekken. Of het zaad wordt ‘opgegeten’. Maar, het eerste belangrijkste wat wij lezen is, ‘er wordt gezaaid’. Ongeacht of een hart er door aangeraakt wordt of niet. Wij mogen zaaien, maar dat onzichtbare groeien, is aan God zelf. Hij geeft de groeikracht van het leven in geloof. Dat geheime proces is voor ons verborgen. Hij alleen kent het hart van de mens. HIJ weet alle verborgen plaatsen van het menselijke hart.
Wij zaaien, en de oogst, als eindresultaat, onder de handen van Jezus, mogen wij binnen halen. Niet alles komt tot volheid, zoals Jezus in de vergelijking ons al verteld. Niet al het zaad wat wij zouden strooien, ontkiemd, of het zaad wordt weg geroofd, of opgegeten. Hoe erg dat ook zou zijn, is dat geheimenis niet aan ons. Laten we ten alle tijden zaaien, het Evangelie van Jezus Christus, en God in Christus doet het wonderlijke, onzichtbare deel, ‘het groeien’. God is verantwoordelijk voor de groei. God zelf in Christus is verantwoordelijk om de harten week te maken om het zaad van het evangelie te laten ontkiemen. Laten wij zaaien en oogsten, dat is onze taak en onze verantwoordelijkheid.
Esther
Ik kwam nog een mooi, bemoedigend stukje tegen op onze computer. Dat wou ik met jullie delen. Het is niet van mij, maar ben er wel door geraakt. Veel leesplezier.
Geen Wonder – wat is
een wonder.
Door Evert Everts
| 1 januari 2008Gebeuren er nog
wonderen? Soms zijn we geneigd te zeggen: ‘vast
wel, op het zendingsveld. Maar niet bij ons, hoor!’ Klopt dat eigenlijk wel?
De geschiedenis van
huiskerken in China bevat veel wonderen. Het aantal gelovigen wordt geschat op
100 miljoen of veel meer. Een bezoeker uit Amerika woonde een conferentie van
kerkelijke leiders bij. In een te kleine ruimte zaten de mensen dik opeen
gepakt in rijen op de grond. Op een zeker moment begon een leider pagina’s uit
een boek te scheuren en uit te delen aan de mensen op de grond.
Tot zijn schrik bleek
het dat de man allemaal stukken uit een bijbel aan het scheuren was. Hij vroeg
wat de reden was van deze vernieling van het Woord van God. Het antwoord sneed
hem door het hart. ‘Er zijn hier ongeveer 150 dominees vandaag’, antwoordde de
man, ‘en maar vijf van ons bezitten een bijbel.’ Nu scheuren we die bijbels in
stukken, zodat iedereen met een deel van de bijbel naar huis kan terugkeren en hij
tenminste een bijbelboek heeft om zijn gemeente te onderwijzen.
De bezoeker zag hoe de
bijbelboeken van hand tot hand gingen. ‘Heb jij het al over Genesis gehad? Nog
niet? Nu, hier heb ik ‘t’. Rats! ‘Is bij jou Lukas al aan de beurt geweest? Dit
is Lukas,’ Rats! Het geluid van het scheuren van bladzijden vulde de ruimte.
Toen begonnen de
leiders hun gast vragen te stellen. ‘Is Jezus
al bekend geworden in andere landen, of kennen we Hem alleen nog maar in
China?’ De man vertelde van de miljoenen gelovigen over heel de wereld. De
kerkleiders slaakten kreten van vreugde. Ze waren zeer onder de indruk te horen
van kerken die vrij waren om samen te komen wanneer ze maar wilden. Ze waren
ondersteboven van het feit dat er personen waren die zelf meerdere bijbels in
hun bezit hadden, en ook nog studieboeken.
Plotseling barstten er
enkelen in tranen uit. ‘Waarom, God, hebt u ons niet zo lief als de geloven in
Europa en Amerika? Waarom kunnen wij niet zulke wonderen meemaken zoals U onder
hen doet?’ De bezoeker kon zijn oren niet geloven. Hij vroeg waarom ze dit
zeiden. Want wat er bij hen in China gebeurde leek toch zo op wat er in de tijd
van de apostelen plaats vond. Er vonden wonderlijke genezingen plaats.
Duizenden kwamen tot geloof in Jezus. Bijna de helft van de dominees hadden
meerdere jaren in de gevangenis doorgebracht omdat ze hun geloof hadden
uitgedragen, en vaak was er in de gevangenis een nieuwe kerk ontstaan. Hoe
konden ze deze wonderen vergelijken met wat de bezoeker had verteld over de
westerse wereld?
De Chinezen waren zeer
verbaasd dat hun gast hen niet begreep. ‘Wat is wonderlijker?’, vroegen ze hem.
‘Dat wij onze bijbels verdelen, hoofdstuk voor hoofdstuk, –of dat jullie ze
hebben per dozijn, en ook nog liedboeken en studiemateriaal? Wat is meer een
wonder: dat chinezen genezen worden met honderden tegelijk en duizenden mensen
kunnen getuigen dat Jezus hen genezen heeft, –of, dat jullie naar de dokter
kunnen gaan wanneer jullie dat nodig hebben? Wat is wonderlijker? Dat wij van
huis tot huis rondgaan om onze diensten te houden, steeds op verschillende
dagen in de week en op wisselende tijdstippen op de dag, –of, dat jullie de
hele dag naar de kerk kunnen gaan, elke dag, en dat niemand er aan denkt om
jullie of jullie dominee te arresteren? Wat is meer een wonder? Dat wij de
gevangenis als ons theologisch trainings instituut zien –of, dat jullie kunnen
studeren in speciale scholen voor hen die geloven in Christus? Wat is
wonderlijker?
Toen was het voor de
bezoeker tijd voor tranen. Hij realiseerde zich dat, wat hij ‘gewoon’ had
gevonden in zijn eigen land, gezien werd als het grootste wonder voor de
meesten in de gelovige en vervolgde wereld.
We moeten maar
voorzichtig te zijn om het woord ‘wonder’ te definiëren. Wat wij ‘gewoon’
vinden is niets minder dan het wonderlijke werk van God. Alleen als we dat
zien, kunnen we dankbaar leven met God en de verantwoordelijkheid nemen die dit
met zich meebrengt.