De Winnende
opdracht
De studenten van een kunstklas hadden op het schoolplein
een discussie. Aan het einde van het kwartaal zouden ze examen moeten doen en
iedereen moest een kunstwerk inleveren. Ze hadden een aantal ontwerpen op
gekregen, en een ervan was ‘vrede’.
‘Daar kun je wel wat mee,’ zei de een . ‘Een mooi
zeegezicht … de ochtend die aanbreekt …
een zonsondergang.’
‘Maar dat is ook niet erg origineel!’ zei een ander. ‘Een
beeld van de nacht zou beter zijn, maar dat is heel moeilijk te maken.’
‘Wat denken jullie van een oude man die kijkt naar het
werk dat hij gedaan heeft? O, maar voor de uitdrukking op zijn gezicht moet ik
wel beter kunnen tekenen. Nee, dat is het ook niet.’
‘Misschien een afbeelding van een dier? Een kat, opgerold
in de zonneschijn, maar hoe teken je het spinnen van een poes?’
‘Je kunt het abstract maken. Kleuren die mooi bij elkaar
passen.’
‘Er zijn misschien wel heel wat mogelijkheden, maar ik
denk dat ik toch maar een ander onderwerp kies.’
De examinator zocht alle opdrachten op onderwerp bij
elkaar. Een aantal studenten hadden het onderwerp ‘vrede’ geprobeerd uit te
beelden. Hij vond er niet veel aan.
Hij zuchtte en pakte een ander kunstwerk. Hij stopte
abrupt. Had hij een fout gemaakt? Hoe kon dit wilde, bewegende landschap de
titel ‘vrede’ hebben?
Hij keek er nog eens naar en toen begreep hij het .
De kunstenares had een storm op zee geschilderd. Ze was
erin geslaagd om voorbijsnellende wolken
en rollende golven, die schuimend op een stampend schip kapot sloegen, weer te
geven. Achter op het schip zag je een paar ruw geschetste figuren. Maar dit
meisje kon tekenen. De houding van de figuren liet angst zien en sommige
gezichten waren in wanhoop naar de lucht
gekeerd.
Maar op het achtersteven van het schip stond een grotere
figuur die tot in het kleinste detail was weergegeven. Een man stond stijf
tegen een hut deur aangedrukt, een beetje beschermend tegen de wind. Hij keek
naar het kind dat hij stevig tegen zijn schouder aan hield. In het kleine
opgeheven gezicht van het kind was geen spoor van angst of zorg. Er mocht dan
storm om hem heen zijn, hij sliep in de armen van zijn vader.
De vrede die de wereld geeft, is afhankelijk van een
blauwe lucht, een veilige omgeving, geen strijd onrust of zorg. Maar de vrede
die Jezus geeft, tilt je door de storm heen. Je kent vrede Als je weet dat Hij
alles in zijn handen heeft, in welke situatie dan ook.
Kerst
Het is zo gemakkelijk
gezegd.
Het zijn vijf letters.
Het roept sfeer op.
Het roept eenzaamheid op.
Het roept actie op.
Het is een woord met vele accepten.
Het is voor iedereen weer anders.
Maar wat is Kerst voor mij?
Een religie of toch meer?
K van kerst is
komen, want Hij Jezus Christus kwam voor mij als kind zo klein.
E van engelen
die waren daar bij, brachten verwachtingen voor jou en mij.
R van rust en
vertrouwen, daar kan ik op bouwen.
S van stilte in
de stormen van mijn leven.
T is troost en
tastbaar voor mij geworden, in dit leven.
Niet als een kind is Hij voor mij
gebleven.
Niet als een gekruisigde die in dood is
gebleven.
Maar als de opgestane Heer en Koning.
Die voor mij bid en pleit bij de Vader
in de hemel.
Mij een plaats bereid voor in de
Eeuwigheid.
Dat is Kerst voor mij.
In het Bijbelsdagboek
die ik lees, staat deze week Klaagliederen centraal van Jeremia. Vanmorgen las
ik deze mooie overdenking. Gods liefde en trouw word hier zo mooi in beschreven.
Laten wij op Hem blijven hopen, ook in de stormen van ons leven, Siska
Nochtans
De Heere is mijn
Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. Klaagliederen 3:24
Tot nu toe zongen de klaagzangen alleen maar in mineur.
En neerslachtig vraag je je af: Ís er geen enkel straaltje licht?
Onze dagtekst is een venster van hoop. In het donkere
huis van ellende, waarin de dichter ronddoolt als in een gevangenis, is er
plotseling een venster. Het biedt een hoopvol uitzicht. Het biedt uitzicht op
God, die Heere is in onverbrekelijke trouw en genade.
Zelf in het bitterste uur zijn er van die trouw en genade
de onmiskenbare tekenen. De dichter is er nog, het volk is er nog. Dat vindt
toch alleen maar zijn grond in de goedertierenheden des Heeren.
Ze hadden zich een volslagen vernietiging waardig
gemaakt. Toch is die niet gekomen. En de dichter kan alleen maar belijden: ‘Het
zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn’. Door alles
heen is de Heere trouw gebleven aan zijn woord, aan zijn verbond. Zo kan de
dichter er zelf nog troost in vinden, dat de Heere zijn Deel is. Van Gods kant
staat dat immers onomstotelijk vast. En wat is dat groot. Bij de in tocht in
Kanaän had iedere stam, uitgezonderd die van Levi, zijn deel gekregen. Daarvan
mocht je leven, daarin vond je je bestaan. Nu was dat deel verloren gegaan. De
heidenen waren gekomen en hadden stout het erfland in genomen. Het volk was
bedreigd tot in haar bestaansvoorwaarden. Hoe kon het nog leven?
Midden in deze onmogelijkheden klinkt de geweldige
belijdenis: ‘De Heere is mijn Deel’. Hij zal voor mij, voor ons zorgen. We
vinden onze bestaansgrond in Hem. We mogen van Hem leven. Hij is oneindig veel
meer dan enig stuk land. Daarom hopen wij op Hem.
Als u er soms geen gat meer in inziet. Het liep allemaal
zo anders. U verloor zoveel van wat u zekerheid en rust gaf. U denkt misschien wel
alles kwijt te zijn. We mogen wijzen op de Heere. Hij wil ons Deel zijn. Onze
enige Troost in leven en in sterven. Christus had tenslotte geen deel meer over. Alles gaf Hij eraan. Zelfs zijn
deel in God. Zo hing Hij arm en berooid aan het kruis. Daar is God het erfdeel
geworden voor allen die Hem verwachten.
Lezen: Klaagl.
3:21-32
Zingen: Ps.42:5
Bron: Gods weg met de mensen.
Drs. M.
van Campen
Kasten vol Liefde.
Je hoeft je huis niet op te poetsen
als je de deur voor Jezus open zet
Hij heeft ieder hoekje gezien
en kent elke verborgen plek.
Laat Hem maar rustig binnen
Al is je huis in slechte staat
Jezus helpt je om het op te knappen
Hij weet hoe het worden gaat.
Van de kelder tot de zolder
kamer, keuken, in iedere kast
weet God wat er is verborgen
Hij ziet zelfs het stof onder de mat.
Als Jezus bij je binnen mag komen
gaat Hij samen met jou aan de slag
kast voor kast en kamer voor kamer
en alleen als het voor jou mag.
Niets zal Hij zo maar openbreken
met geweld of grof geschut
geen enkele deur zal Hij forceren
Hij vult je huis met Liefde, vrede en rust.
Soms moet je huis worden afgebroken
tot de grond toe gelijk gemaakt
met een nieuw fundament van Jezus Christus
weet je dat je huis stevig staat.
Zo bouw je samen aan een prachtige villa
ontstaan door genade, puur en echt
met kasten vol Liefde om uit te delen
aan ieder mens op jouw levensweg.
Auteur: Onbekend.