Midden op het plein staat een kerkje. Het heeft naast de
ingang drie gebrandschilderde ramen. In het ene is een kruis zichtbaar, in het
tweede een anker en in het derde een hart: de symbolen voor geloof, hoop en
liefde. Van binnenuit zijn overdag de symbolen duidelijk te zien in de volgorde
geloof, hoop en liefde. Van buitenaf zie je echter het duidelijkst als het
donker is en de kroonlampen branden. Maar dan zie je nog iets: de volgorde is
omgekeerd. Om binnen te komen zie je eerst het hart van de liefde, dan het
anker van de hoop en tenslotte het kruis van het geloof. Voor de levende
gemeente die binnen is , behoort de volgorde te zijn, geloof, hoop en liefde.
Er kan immers geen sprake zijn van hoop en liefde zonder het geloof als een
gave van de heilige geest. Maar zij die buiten zijn kijken daar anders
tegenaan. Zij willen eerst zien dat er onderlinge liefde is bij hen die zeggen
dat zij Christen zijn. Pas dan wil hij of zij wel eens praten over de toekomst,
over de hoop, voordat men wenst te komen tot het geloof. Dat geeft een
geweldige verantwoordelijkheid aan hen die binnen de gemeente zijn: hoe is het
met de liefde en de hoop? Straalt de gemeente, stralen wij iets uit van de
liefde? De gemeente van Korinthe werd verdeeld door onderlinge twist en
groepsvorming. Paulus schrijft daar hartstochtelijk tegenin over het enige dat
telt; Geloof, hoop en liefde, maar de meeste van die is De Liefde.
De muur